De dekolonisatie, het geweld en de oorlog in Indonesië in de jaren 1945-1950 moeten worden bestudeerd in samenhang met de internationale politieke context. De strijdende partijen in Indonesië hadden van het buitenland geld, wapens, voedsel, medicamenten en politieke erkenning nodig. De grote mogendheden op hun beurt probeerden hun ‘oorlogstheaters’ en invloedssferen te behouden of uit te breiden en de Verenigde Naties leek mede haar bestaansrecht te ontlenen aan de Indonesische kwestie. De leidende vraag bij de uitvoering van het onderzoek is: hoe reageerde de internationale gemeenschap op de revolutie en de oorlog in Indonesië en hoe probeerde zij de Nederlandse en Indonesische geweldsinzet en -uitoefening te beïnvloeden?
Dit deelproject wordt uitgevoerd door Tom van den Berge, Emma Keizer en Jeroen Kemperman. Zij richten zich bij hun onderzoek naar de internationale politieke context niet alleen op de bemoeienissen van de internationale gemeenschap met bijvoorbeeld de onderhandelingen tussen de strijdende partijen, maar ook op concrete rapportages over de wijze van oorlogvoering (inclusief vormen van excessief geweld), op internationale visies inzake kwesties van legitimiteit en soevereiniteit, en op de invloed van de Koude Oorlog en processen van dekolonisatie in andere gebieden. Ook wordt gekeken naar specifieke onderwerpen als tegen Nederland gerichte buitenlandse boycotacties, de reactie van Chinese diplomaten op het conflict (met name op tegen de Chinese gemeenschap gericht geweld), en de moeizame verwerving in het buitenland van militair materieel voor de Nederlandse strijdkrachten overzee. Bij dit onderzoek wordt een globale taakverdeling gehanteerd: Tom van den Berge werkt aan een artikel over de naoorlogse verhoudingen tussen Indonesië en Vietnam in een internationale politieke context, Emma Keizer richt zich op de internationale wapenhandel en Jeroen Kemperman bestudeert de rol van de Verenigde Naties, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.
Tevens inventariseren de onderzoekers van dit project relevant materiaal in buitenlandse archiefcollecties en stellen zij een overzicht samen van publicaties over de internationale context van het conflict. Zij laten zich daarbij primair leiden door vragen omtrent nieuwe collecties en buitenlandse publicaties: welk tot op heden onbekend of nog weinig onderzocht materiaal is in archieven te vinden en voor welke andere deelprojecten is dit materiaal relevant?
Dit project wordt uitgevoerd door: Jeroen Kemperman, Tom van den Berge en Emma Keizer.